Bacteriën in onze darmen zijn de sleutel tot goede gezondheid bij overgewicht

Ellen de Visser | 2 september 2013 | BRON: www.volkskrant.nl

Zet twee dikke mensen naast elkaar en de een is gezond, terwijl de ander lijdt aan diabetes, hart- en vaatziekten of een leverprobleem. Overgewicht hoeft niet altijd gepaard te gaan met een slechte gezondheid; internationaal onderzoek wijst nu uit hoe dat kan. De sleutel: de bacteriën in onze darmen.

Een groep internationale wetenschappers bestudeerde de darmflora van bijna 300 Denen en ontdekte niet alleen verschillen tussen slanke en dikke mensen maar ook tussen dikke mensen onderling. Dikke mensen huisvesten vaker een armoedige bacteriepopulatie in hun ingewanden dan slanke mensen: ze hebben niet alleen minder bacteriën maar ook minder soorten.

Van de soorten die ontstekingen veroorzaken hebben ze er bijvoorbeeld relatief veel, van de bacteriën die ontstekingen remmen juist minder. En ontstekingen leiden tot allerlei gezondheidsklachten. Maar er zijn genoeg dikke mensen die wél een gezonde bacteriehuishouding hebben, en zij hebben daardoor minder kans op medische problemen door hun overgewicht.

Obesitas
Die vondst, gepubliceerd in Nature, kan grote gevolgen hebben voor de preventie en de behandeling van obesitas, zegt hoogleraar microbiologie Willem de Vos (Wageningen Universiteit). Het is heel goed mogelijk, zegt hij, dat sommige mensen eerder dik worden en lastiger afvallen dan anderen door een verkeerde samenstelling van hun populatie darmbacteriën.

Er zijn bijvoorbeeld darmbacteriën die door de productie van specifieke vetzuren de doorstroom van voedsel versnellen. Heb je die niet (genoeg), dan kom je mogelijk sneller aan.

Het goede nieuws is dat de bacteriehuishouding valt bij te sturen. Franse onderzoekers leverden daarvoor in Nature voorzichtig bewijs: toen ze dikke mensen een vetarm dieet lieten volgen, nam het aantal bacteriën in hun ingewanden toe. Maar de gezondheid verbeterde meer bij de dikke mensen die al een rijke bacteriehuishouding hadden. De Vos denkt dat niet alleen een dieet, maar ook de consumptie van bepaalde voedingsmiddelen (vezels bijvoorbeeld) het aantal en de soort darmbewoners kan beïnvloeden. Andere optie: bacterietherapie, door bijvoorbeeld een poeptransplantatie waarbij goede bacteriën van slanke naar dikke mensen worden overgezet.

Dode bacterie
Het beeld over het nut van bacteriën is de afgelopen jaren compleet veranderd, beseft De Vos. ‘Lange tijd was het credo: de beste bacterie is een dode bacterie. Nu zien onderzoekers het belang voor de gezondheid.’ Darmen herbergen honderden triljoenen bacteriën, die bij elkaar een kilo kunnen wegen. Ze doen veel meer dan voedsel verteren, zegt De Vos. Ze maken ook vitamines, beïnvloeden het immuunsysteem en communiceren met darm- en zenuwcellen. ‘Ze praten echt met ons, er is informatie-uitwisseling op vele fronten.’ De bacteriesoort akkermansia bijvoorbeeld, ooit in Wageningen ontdekt, komt meer voor in rijk gevulde darmen. De onderzoeksgroep van De Vos beschreef onlangs in PNAS dat die bacteriën (bij muizen) de darmwand versterken, zodat ziekteverwekkers minder snel kunnen binnendringen.

Of mensen te dik worden door slechte bacteriën of slechte bacteriën krijgen door hun overgewicht – die vraag kan nog niet worden beantwoord, zegt De Vos. Volgens de onderzoekers kan genetische variatie of bijvoorbeeld het gebruik van veel antibiotica in de kinderjaren de samenstelling van de darmflora bepalen. Eenmaal te dik, wordt de zaak er niet beter op en zo ontstaat een vicieuze cirkel. ‘Er is in ieder geval sprake van een verband en alle kennis daarover kan helpen bij het terugdringen van de obesitasepidemie.’